Multidisciplinair centrum voor diagnostiek en begeleiding van hoogbegaafden

Hoogbegaafde kinderen

Het woord 'hoogbegaafd' strekt zich verder uit dan de intellectuele gave. Bijvoorbeeld : sport, tekenen, kunst. Bij het hoogbegaafde kind zijn meerdere gaven aanwezig. Bij het ene kind sterker dan het andere, maar telkens verbonden met hun potentiëel, hun capaciteit om snel complexe en wisselende concepten te integreren.

In tegenstelling tot artistieke, sportieve of muzikale gaven, worden intellectuele gaven dikwijls minder 'postief' onthaald door de omgeving, omwille van een verkeerde interpretatie. Diegene die altijd goed presteert en alles altijd sneller weet dan de anderen, zal over het algemeen als 'intelligent' beschouwd worden. Hij/zij zal een stempel krijgen en geklasseerd worden in een specifieke categorie.

Hoogbegaafde kinderen die daar bovenop op een andere manier functioneren (overgevoeligheid, intolerantie t.o.v. onrecht, overdreven stimulatie), worden dikwijls afgewezen en verkeren in eenzaamheid.

Sommige hoogbegaafde kinderen doen het dus zeer goed in alle domeinen, maar de meesten zijn begaafd in één of meerdere domeinen en kunnen soms zelfs leerproblemen hebben in andere domeinen.

Een hoogbegaafd kind is geen kind dat tot het uiterste wordt gepusht door zijn/haar omgeving, maar een kind dat constant wil bijleren. Wanneer het kind die mogelijkheid niet krijgt kan het zich op zichzelf terugplooien. Het verveelt zich…

Men zou kunnen denken dat de capaciteiten van deze kinderen vooral op school tot uiting komen. Maar het is meestal op school dat deze kinderen de meeste moeilijkheden ondervervinden, omwille van hun andere denkwijze, gepaard met hun specifiek emotioneel functioneren. Hierdoor is het vaak moeilijk aanpassen aan de omgeving, maar er zijn ook veel goede kanten aan verbonden. Hoogbegaafde kinderen hebben veelal een aangepaste pedagogie nodig die hun zal helpen hun talent te exploreren, maar die vooral zal helpen zichzelf waar te maken en zich goed in zijn/haar vel te voelen.

Dyssynchroon syndroom

Over het algemeen kennen hoogbegaafde kinderen een heterogene ontwikkeling. Deze ontwikkeling werd omschreven door Jean-Charles Terrassier, auteur van "Les enfants surdoués ou la précocité embarrassante".
Jean-Charles Terrasier heette dit het dyssynchroon syndroom.

Het gaat tevens om een tweeledige dyssychrone ontwikkeling : een interne vorm aan het kind en een sociale vorm die relationele problemen kan veroorzaken met de omgeving.

Interne vorm

Het gaat over twee aspecten:
- De intelligentie > de psychomotoriek
- De intelligentie > het affect

Psychomotore intelligentie

De kinderen kunnen nogal onhandig lijken maar wanneer een activiteit hun interesseert kunnen ze opeens getuigen van uitzonderlijke capaciteiten. Dit punt brengt dikwijls problemen teweeg bij het schrijven, waarbij later dysorthografie kan ontstaan.

Dikwijls begrijpt het kind onmiddellijk de zaken en denkt het die geïntegreerd te hebben, maar blijkt het onmogelijk een schriftelijke of mondelinge weergave ervan te produceren. Ze hebben moeilijkheden hun geheugen te gebruiken voor zaken die op het eerste zicht voor hun geen nut hebben en ze houden hun aandacht dus onvoldoende vast.

Men zal het bij deze kinderen hebben over een gebrek aan concentratie, gezien de concepten die 'te snel' begrepen worden ervoor zullen zorgen dat ze de les gaan storen of gaan zitten dromen. Spijtig genoeg zullen deze kinderen op een gegeven moment de gevolgen dragen van het feit dat hun vroegtijdige ontwikkeling niet werd opgemerkt. Het kind evolueert naar een matige leerling.

Affectieve intelligentie

De overgevoeligheid en sterke emotionaliteit zorgen ervoor dat deze kinderen zichzelf moeilijk in de hand krijgen in delicate situaties. Men zou kunnen denken dat ze niet rijp genoeg zijn. Maar dat is niet het geval. Dit gedrag maakt deel uit van hun persoonlijkheid en het is niet aangewezen hen sneller te doen ‘opgroeien’ omdat ze op die manier een valse rijpheid kunnen gaan tonen en een chronische frustratie behouden.

Sociale dyssynchronie

De capaciteiten van hoogbegaafde kinderen kunnen achteruit gaan wanneer men hun tempo of hun manier van functioneren niet respecteert. Men kan zich afwezig gedragen of afgeleid, om de verveling tegen te gaan en men gaat zich enkel nog concentreren op wat voldoende interessant of moeilijk lijkt. Dit kan eindigen in de opvatting dat de school niet de moeite loont om zich voor in te spannen. Zo is het mogelijk dat sommigen zeer slecht en zeer goed presteren voor eenzelfde materie.

Wat de ouders betreft komt het probleem met grenzen al snel naar de voorgrond : tijdsgrenzen, grenzen in het leven, grenzen van het universum… Dikwijls is er interesse voor wat oneiding groot is wat wat oneindig klein is.

Deze zeer precieze vragen creëren dikwijls een afstand met andere kinderen en het kind geraakt geïsoleerd van zijn speelkameraadjes. Ouders die niet meer weten wat aan te vangen met deze kritische houding kunnen het kind soms als volwassene gaan beschouwen. Wat het kind uiteindelijk niet is. Ze leggen geen grenzen meer op zoals bij andere kinderen en hebben het erg moeilijk hun authoriteit te doen gelden. Opgelet! Vroegtijdige ontwikkeling verklaart niet alles en is geen excuus!

Om dezelfde redenen is het mogelijk dat deze kinderen minder geneigd zijn te knuffelen. Terwijl ze een grote nood hebben aan affectie, troost en geruststelling. Ze weten zeer goed zaken in vraag te stellen en kritsich te zijn tegenover volwassenen. Ten opzichte van hun ouders zijn ze soms erg streng, zoals een adolescent dat kan zijn.

Ze zoeken dikwijls gezelschap van oudere kinderen of volwassenen waarvan ze de indruk hebben beter begrepen te worden. Op school is zoiets moeilijk te realiseren. Soms verkiezen ze dan maar alleen te zijn ofwel met iedereen bevriend te zijn maar met niemand een hechte vriendschapsrelatie te onderhouden.